Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

woorden beginnend met F

  Na'vi Dutch
fa[fa]adp.
met behulp van
door middel van
fahew[fa.ˈhɛw]n.emot
geur
faoi[ˈfa.o.i]adj.
glad
  fayluta[faj.ˈlu.ta]conj.
dat
Relatief voornaamwoord voor indirecte spraak met plltxe
Kort voor: faylì\'ut a
fäkä[fæ.ˈkæ]vin.(2,2)
omhoog gaan
fäpa[ˈfæ.pa]n.geogr
top
bovenkant
fäza'u[fæ.ˈza.ʔu]vin.(2,3)
omhoog komen
fe'[fɛʔ]adj.
slecht
fe'ran[ˈfɛʔ.ɾan]n.
beschadigde natuur
iets dat van nature defect is
iets dat niet goed ontvangen wordt
fe'ranvi[ˈfɛʔ.ɾan.vi]n.
blaam
misvorming
\'foutje\'
fe'ul[ˈfɛ.ʔul]vin.(2,2)
slechter worden
fekem[ˈfɛ.kɛm]n.
ongeluk
few[fɛw]adp.loc
tegenover
mikkend op de overkant van
fewi[ˈfɛ.wi]vtr.
(op)jagen
fewtusok[ˈfɛw.tu.sok]adj.loc
tegenover
aan de overkant
fì'u[fɪ.ˈʔu]dem.
dit
dit ding
fìfya[fɪ.ˈfja]adv.
(zoals) dit
fìkem[fɪ.ˈkɛm]dem.
dit
deze (actie)
fìpo[fɪ.ˈpo]dem.
dit
deze (persoon of ding)
fìrewon[fɪ.ˈɾɛ.won]n.temp
vanmorgen
deze morgen
fìtrr[fɪ.ˈtrˌ]adv.temp
vandaag
fìtrro[fɪ.ˈtrˌ.o]adv.
de hele dag lang
fìtsap[fɪ.ˈ͡tsap]adv.
elkaar
fìtsenge[fɪ.ˈ͡tsɛ.ŋɛ]adv.loc
hier
deze plaats
fìtxan[fɪ.ˈtʼan]adv.
zo (veel)
fìtxon[fɪ.ˈtʼon]adv.temp
vannacht
fkan[fkan]vin.
gevoelsmatig lijken op
fkarut[ˈfka.ɾut]vtr.
pellen
fkay[fkaj]adj.
hatelijk
fkew[fkɛw]adj.
machtig
fkeytok[ˈfkɛj.tok]vin.(2,2)
bestaan
fkio[ˈfki.o]n.fauna
tetrapteron
fkip[fkip]adp.loc
boven tussen
fko[fko]indef.
een
fkxake[ˈfkʼa.kɛ]vin.
jeuken
fkxakewll[ˈfkʼa.kɛ.wlˌ]n.flora
jeukplant
fkxen[fkʼɛn]n.gastr
groente (eten)
fkxile[ˈfkʼi.lɛ]n.cloth
halsketting
flawkx[flawkʼ]n.cloth
leer
flawm[flawm]n.body
wang (van het lichaam)
flä[flæ]vin.
slagen
flefle[ˈflɛ.flɛ]n.flora
Sol's verrukking
magnetotropische plant
flew[flɛw]n.body
keel
flì[flɪ]adj.objnfp
dun
nvm.
flìnutx[flɪ.ˈnutʼ]n.
dikte.
flrr[flrˌ]adj.
mild
rustig
teer
fmal[fmal]vtr.
volhouden
fmawn[fmawn]n.
nieuws
iets te melden
  fmawnta[ˈfmawn.ta]conj.
dat
relatief voornaamwoord voor aangehaalde spraak bij de werkwoorden stawm of peng.
Kort voor: fmawnit a
fmetok[ˈfmɛ.tok]vtr.
testen
fmi[fmi]vtrm.
proberen
fmokx[fmokʼ]n.emot
jalouzie
nijd
fnan[fnan]vtr.
goed zijn in
fnawe'[fna.ˈwɛʔ]adj.emot
laf
fnawe'tu[fna.ˈwɛʔ.tu]n.
lafaard
fne-[fnɛ]pref.
soort (zelfst.nw.)
van het type (zelfst.nw.)
fnel[fnɛl]n.
soort
type
fnepe[ˈfnɛ.pɛ]inter.
welk soort
fnu[fnu]vin.
wees stil
stil zijn
fngap[fŋap]n.envir
metaal
fngapsutxwll[ˈfŋap.sutʼ.wlˌ]n.flora
metallofiele plant (flora)
fngä'[fŋæʔ]vin.
zich ontlasten
op Aarde: het toilet gebruiken
fngo'[fŋoʔ]vtr.
vereisen
nodig hebben
fo[fo]pn.
zij
fpak[fpak]vin.
actie uitstellen
wachten
fpe'[fpɛʔ]vtr.
zenden
sturen
fpeio[fpɛ.ˈi.o]n.myth
uitdaging (ceremonieel)
fpi+[fpi]adp.
in het belang van
voor het nut van
fpìl[fpɪl]vtr.
denken
fpìlfya[ˈfpɪl.fja]n.phil
gedachtenpatroon
manier van denken
fpom[fpom]n.
vrede
geluk
fpomtokx[fpom.ˈtokʼ]n.
gezondheid
fpxafaw[ˈfpʼa.faw]n.fauna
medusa (fauna)
fpxäkìm[ˈfpʼæ.kɪm]vin.
binnenkomen
fra'u[ˈfɾa.ʔu]indef.
alles
frafya[ˈfɾa.fja]adv.
op elke manier
frakrr[ˈfɾa.krˌ]adv.temp
altijd
fralo[ˈfɾa.lo]adv.
elke keer
elke tijd
Franse[ˈfɾan.sɛ]n.ling
Frans
de Franse taal
frapo[ˈfɾa.po]indef.
iedereen
frato[ˈfɾa.to]part.
gedraagt zich als voorz.
fratrr[fɾa.ˈtrˌ]adv.temp
dagelijks
elke dag
fratseng[ˈfɾa.͡tsɛŋ]adv.loc
overal
fratxon[fɾa.ˈtʼon]adv.temp
elke nacht
frawzo[fɾaw.ˈzo]intj.
alles is goed
frìp[fɾɪp]vtr.
bijten
frrfen[ˈfrˌ.fɛn]vtr.
bezoeken
frrtu[ˈfrˌ.tu]n.
gast
fta[fta]n.
knoop (als in een touw)
fta si[fta si]vin.
knopen
een knoop maken
ftang[ftaŋ]vinm.
stoppen
ftawnemkrr[ftaw.ˈnɛm.krˌ]n.temp
verleden
ftär[ftæɾ]adj.
links (niet rechts)
ftärpa[ˈftæɾ.pa]n.
linkerkant
fte[ftɛ]conj.
zodat
fteke[ˈftɛ.kɛ]conj.
zodat niet
ftem[ftɛm]vtr.
(iets) passeren
ftia[fti.ˈa]vtr.
studeren
ftu[ftu]adp.loc
vanuit
ftue[ˈftu.ɛ]adj.
makkelijk
ftumfa[ˈftum.fa]adp.
(van) uit
van binnenuit
ftxavang[ˈftʼa.vaŋ]adj.emot
hartstochtelijk
ftxey[ftʼɛj]vtr.
kiezen
ftxey ... ftxey[ftʼɛj ... ftʼɛj]conj.
weder ... of ...
ftxey ... fuke[ftʼɛj ... fu.ˈkɛ]conj.
weder ... of niet ...
ftxì[ftʼɪ]n.body
tong
ftxìlor[ftʼɪ.ˈloɾ]adj.gastr
lekker
goed smakend
ftxìvä'[ftʼɪ.ˈvæʔ]adj.gastr
slecht smakend
vies
ftxozä[ftʼo.ˈzæ]n.
feestdag
blijde gebeurtenis
ftxozä si[ftʼo.ˈzæ si]vin.
vieren
ftxulì'u[ftʼu.ˈlɪ.ʔu]vin.(1,1)sociol
oreren
een speech geven
ftxulì'uyu[ftʼu.ˈlɪ.ʔu.ju]n.sociol
orator
(publieke) spreker
fu[fu]conj.
of
fula[ˈfu.la]conj.
dat
relatief naamwoord naar het onderwerp-deel van een overgankelijk werkwoord
kort voor: fì\'ul a
furia[ˈfu.ɾi.a]conj.
dat
relatief naamwoord naar een onderwerp-deel
kort voor: fì\'uri a
futa[ˈfu.ta]conj.
dat (geeft bijzin aan)
fwa[fwa]conj.
datgene
fwampop[ˈfwam.pop]n.fauna
tapir
fwang[fwaŋ]adj.gastr
hartig
rijk (geur)
fwäkì[ˈfwæ.kɪ]n.fauna
sprinkhaan
fwäkìwll[ˈfwæ.kɪ.wlˌ]n.flora
sprinkhaan orchidee
fwefwi[ˈfwɛ.fwi]vin.
fluiten
fwel[fwɛl]adj.
kapot
fwem[fwɛm]adj.
(punt) stomp
fwew[fwɛw]vtr.
zoeken
fwi[fwi]vin.
uitglijden
glijden
fya'o[ˈfja.ʔo]n.
pad
fyape[ˈfja.pɛ]inter.
hoe
fyawìntxu[fja.wɪn.ˈtʼu]vin.(2,3)
leiden
fyel[fjɛl]vtr.
bezegelen
vastleggen
(iets dusdanig vastleggen dat het onwaarschijnlijk is (of in elk geval niet de bedoeling) dat het verbroken wordt)
fyep[fjɛp]vtr.
vasthouden (in de hand)
grijpen
pakken
fyeyn[fjɛjn]adj.sociol
rijp
volwassen
fyeyntu[ˈfjɛjn.tu]n.sociol
volwassen persoon
fyin[fjin]adj.
simpel
fyinep'ang[fjin.ɛp.ˈʔaŋ]n.
graad van complexiteit
fyole[ˈfjo.lɛ]adj.
subliem
voorbij perfectie