Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

säflä (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): sæ.ˈflæ
Dutch: succes
een moment van succes
English: success
(an instance of) success
Bron: Frommer (05 Jul 2012)
naviteri.org

toevoegsel

me·säflä DU duaal / dubbele nummers
pxe·säflä TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·säflä PL meervoud
fì·säflä DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·säflä DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·säflä DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·säflä DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)

gerelateerde woorden

flä slagen
tìflä succes (algemeen)
tìkxey si verkeerd doen
blunderen