Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tsawl slu (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): ͡tsawl slu
Dutch: groeien
English: grow
become tall
Bron: Taronyu's Dictionary 9.53 < Frommer

toevoegsel

tsawl sl·am·u PST verleden tijd
tsawl sl·ìm·u PST nabij verleden (is net gebeurd)
tsawl sl·ìy·u FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
tsawl sl·ay·u FUT toekomende tijd
tsawl sl·ol·u PFV voltooid verleden tijd
tsawl sl·er·u IPFV onvoltooid verleden tijd
tsawl sl·iv·u SJV subjunctief, aanvoegende wijs
tsawl sl·ei·u LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
tsawl sl·äng·u PEJ pejoratief (negatieve connotatie)