Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tìspxin (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): tɪ.ˈspʼin
Dutch: ziek zijn
een ziekte hebben
English: the state of being ill
sickness
Bron: forum.learnnavi.org (01 Feb 2010)

toevoegsel

me·sìspxin DU duaal / dubbele nummers
pxe·sìspxin TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·sìspxin PL meervoud
fì·tìspxin DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·sìspxin DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·tìspxin DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·sìspxin DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)

gerelateerde woorden

säspxintsyìp kleine aandoening
fpomtokx gezondheid
lefpomtokx gezond
kelfpomtokx ongezond (lichamelijk)
spxin ziek
säspxin ziekte