Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

fula (voegwoord)

Uitspraak (IPA): ˈfu.la
Dutch: dat
relatief naamwoord naar het onderwerp-deel van een overgankelijk werkwoord
kort voor: fì\'ul a
English: that
subordinate to a subject clause of a transitive verb
short from: fì'ul a
Bron: forum.learnnavi.org (30 Sept 2010)

gerelateerde woorden

fwa datgene
futa dat (geeft bijzin aan)
furia dat
relatief naamwoord naar een onderwerp-deel
kort voor: fì\'uri a