Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

zasrìn (werkwoord, overgankelijk)

Uitspraak (IPA): za.ˈsɾɪn
Dutch: lenen (van iemand)
English: borrow
Onderwerp-groepen: handel/ruilen
Bron: Frommer (22. Januar 2012)
naviteri.org

toevoegsel

zasr·am·ìn PST verleden tijd
zasr·ìm·ìn PST nabij verleden (is net gebeurd)
zasr·ìy·ìn FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
zasr·ay·ìn FUT toekomende tijd
zasr·ol·ìn PFV voltooid verleden tijd
zasr·er·ìn IPFV onvoltooid verleden tijd
zasr·iv·ìn SJV subjunctief, aanvoegende wijs
zasr·eiy·ìn LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
zasr·äng·ìn PEJ pejoratief (negatieve connotatie)