Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tìsop (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): tɪ.ˈsop
Dutch: reis
English: journey
Bron: Frommer (9. April 2010)
forum.learnnavi.org

toevoegsel

me·sìsop DU duaal / dubbele nummers
pxe·sìsop TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·sìsop PL meervoud
fì·tìsop DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·sìsop DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·tìsop DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·sìsop DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)