Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tutan (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): tu.ˈtan
Dutch: man (persoon)
English: male (person)
man
Bron: ASG (2009); forum.learnnavi.org (16 Mar 2010)

toevoegsel

me·sutan DU duaal / dubbele nummers
pxe·sutan TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·sutan PL meervoud
fì·tutan DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·sutan DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·tutan DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·sutan DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)