lemrey (Bijw.naamwoord)
Uitspraak (IPA): lɛm.ˈɾɛj
Dutch: | overlevende (b.v. leden van een groep waarvan enkele zijn gestorven/gedood) |
English: | surviving (of entities from a group some of whom have died) |
Bron: | Frommer (25.05.2011) naviteri.org |