Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

ngawng (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): ŋawŋ
Dutch: worm (fauna)
English: worm
Onderwerp-groepen: fauna
Bron: ASG

toevoegsel

me·ngawng DU duaal / dubbele nummers
pxe·ngawng TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·ngawng PL meervoud
fì·ngawng DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·ngawng DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·ngawng DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·ngawng DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)