tsal (demonstratief voornaamwoord)
Uitspraak (IPA): ͡tsal
Dutch: | dat (ding) het (als onderwerp bij een overgankelijk werkwoord) Kort voor: tsa\'ul |
English: | that (thing) it (as subject of a transitive verb) short form of: tsa'ul |
Bron: | forum.learnnavi.org (03 Jul 2010) |