Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tsurokx (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): ͡tsu.ˈɾokʼ
Dutch: rusten
English: rest
Bron: Frommer
naviteri.org

toevoegsel

ts·am·urokx PST verleden tijd
ts·ìm·urokx PST nabij verleden (is net gebeurd)
ts·ìy·urokx FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
ts·ay·urokx FUT toekomende tijd
ts·ol·urokx PFV voltooid verleden tijd
ts·er·urokx IPFV onvoltooid verleden tijd
ts·iv·urokx SJV subjunctief, aanvoegende wijs
tsur·ei·okx LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
tsur·äng·okx PEJ pejoratief (negatieve connotatie)