Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tìftang si (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): tɪ.ˈftaŋ si
Dutch: stoppen
English: stop (someone)
Bron: Frommer (2.2.2011)
forum.learnnavi.org

toevoegsel

tìftang s·am·i PST verleden tijd
tìftang s·ìm·i PST nabij verleden (is net gebeurd)
tìftang s·ìy·i FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
tìftang s·ay·i FUT toekomende tijd
tìftang s·ol·i PFV voltooid verleden tijd
tìftang s·er·i IPFV onvoltooid verleden tijd
tìftang s·iv·i SJV subjunctief, aanvoegende wijs
tìftang s·eiy·i LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
tìftang s·äng·i PEJ pejoratief (negatieve connotatie)