Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

nui (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): ˈnu.i
Dutch: fout gaan
een puinhoop maken
fout doen
(gebruikt om de schuld te geven)
English: fail
falter
go astray
not obtain expected or desired result
mess up
do wrong
used for placing blame
Bron: naviteri.org (25 Apr 2013)

toevoegsel

n·am·ui PST verleden tijd
n·ìm·ui PST nabij verleden (is net gebeurd)
n·ìy·ui FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
n·ay·ui FUT toekomende tijd
n·ol·ui PFV voltooid verleden tijd
n·er·ui IPFV onvoltooid verleden tijd
n·iv·ui SJV subjunctief, aanvoegende wijs
nu·eiy·i LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
nu·äng·i PEJ pejoratief (negatieve connotatie)