Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

fpìl (werkwoord, overgankelijk)

Uitspraak (IPA): fpɪl
Dutch: denken
English: think
Bron: Taronyu's dictionary -> Paul Frommer

toevoegsel

fp·am·ìl PST verleden tijd
fp·ìm·ìl PST nabij verleden (is net gebeurd)
fp·ìy·ìl FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
fp·ay·ìl FUT toekomende tijd
fp·ol·ìl PFV voltooid verleden tijd
fp·er·ìl IPFV onvoltooid verleden tijd
fp·iv·ìl SJV subjunctief, aanvoegende wijs
fp·eiy·ìl LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
fp·äng·ìl PEJ pejoratief (negatieve connotatie)