Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

zìsìt (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): ˈzɪ.sɪt
Dutch: jaar
English: year
Onderwerp-groepen: tijd/ beschrijvingen van tijd
Bron: ASG (2009)

toevoegsel

me·zìsìt DU duaal / dubbele nummers
pxe·zìsìt TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·zìsìt PL meervoud
fì·zìsìt DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·zìsìt DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·zìsìt DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·zìsìt DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)