Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

rey (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): ɾɛj
Dutch: leven
English: live
Bron: ASG (2009)

toevoegsel

r·am·ey PST verleden tijd
r·ìm·ey PST nabij verleden (is net gebeurd)
r·ìy·ey FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
r·ay·ey FUT toekomende tijd
r·ol·ey PFV voltooid verleden tijd
r·er·ey IPFV onvoltooid verleden tijd
r·iv·ey SJV subjunctief, aanvoegende wijs
r·ei·ey LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
r·äng·ey PEJ pejoratief (negatieve connotatie)