Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tìng nari (werkwoord, niet overgankelijk)

Uitspraak (IPA): tɪŋ ˈna.ɾi
Dutch: kijken
let.: een oog geven
English: look at
Bron: ASG (2009); naviteri.org (27 Nov 2012)

toevoegsel

t·am·ìng nari PST verleden tijd
t·ìm·ìng nari PST nabij verleden (is net gebeurd)
t·ìy·ìng nari FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
t·ay·ìng nari FUT toekomende tijd
t·ol·ìng nari PFV voltooid verleden tijd
t·er·ìng nari IPFV onvoltooid verleden tijd
t·iv·ìng nari SJV subjunctief, aanvoegende wijs
t·eiy·ìng nari LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
t·äng·ìng nari PEJ pejoratief (negatieve connotatie)

gerelateerde woorden

tse'atswo zicht
het kunnen zien
'ur zicht
uitzien
voorkomen
nìn kijken
kijken naar
tse'a zien (fysiek)