Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

spule (werkwoord, overgankelijk)

Uitspraak (IPA): ˈspu.lɛ
Dutch: voortstuwen
English: propel
Bron: Taronyu's Dictionary 9.53 < Frommer

toevoegsel

sp·am·ule PST verleden tijd
sp·ìm·ule PST nabij verleden (is net gebeurd)
sp·ìy·ule FUT nabije toekomst (zal binnenkort...)
sp·ay·ule FUT toekomende tijd
sp·ol·ule PFV voltooid verleden tijd
sp·er·ule IPFV onvoltooid verleden tijd
sp·iv·ule SJV subjunctief, aanvoegende wijs
spul·ei·e LAUD amelioratie (gunstiger betekenis)
spul·äng·e PEJ pejoratief (negatieve connotatie)