Zoeken naar:

Alleen exacte match
Zoeken in:

tìkan (Zelfstandig naamwoord)

Uitspraak (IPA): tɪ.ˈkan
Dutch: doel
goal
English: aim
goal
purpose
target
Bron: Frommer (9. April 2010)
forum.learnnavi.org

toevoegsel

me·sìkan DU duaal / dubbele nummers
pxe·sìkan TRI drievoud / drievoudig nummer
ay·sìkan PL meervoud
fì·tìkan DEM deze (zelfs. naamwoord) (enkelvoud)
fay·sìkan DEM PL deze (zelfs. naamwoord) (meervoud)
tsa·tìkan DEM dat (zelfst. naamwoord) (enkelvoud)
tsay·sìkan DEM PL die {zelfst. naamwoord} (meervoud)